Van MOP naar DMOP

Van MOP naar DMOP
Ten opzichte van een traditioneel meerjaren onderhoudsplan bevat een duurzaam meerjaren onderhoudsplan ook verbetermaatregelen ten aanzien van de energieprestatie en het binnenmilieu. Opbrengsten van energetische verbetermaatregelen worden afgezet tegen de kosten van deze maatregelen en eventuele verbetermaatregelen in het binnenmilieu. Waarmee de kwaliteit van gemeentelijke gebouwen verbeterd wordt, en geld kan worden verdiend

Hoe werkt een Duurzaam Meerjaren OnderhoudsPlan (DMOP)?
In een DMOP maakt u per gebouwelement of gebouwgebonden installatie een bredere, meer duurzame afweging op basis verschillende scenario’s. Zo komen alternatieve technieken of producten (die op termijn geld besparen) in beeld die anders buiten beschouwing zouden blijven. Zo kan bijvoorbeeld bij vervanging van kozijnen ook meteen HR++ glas en ventilatieroosters worden geplaatst, bij vervanging van de ketel voor een HR-ketel worden gekozen, en bij vervanging van dakbedekking voor extra isolatie of zonnepanelen.
Het opnemen van duurzaamheid in de MOP lijkt vanzelfsprekend, maar dat is het in de praktijk nog niet. Het meenemen van duurzame maatregelen in een meerjaren onderhoudsplan resulteert niet alleen in een duurzamer en kwalitatief beter gebouw maar levert ook geld op.

Maatregelpakket per scenario van 3 scenario’s:

Scenarios-maatregelpakket-268x300

De investeringen en opbrengsten van 3 verschillende scenario’s weergegeven in de vorm van een tabel en in de vorm van een grafiek:

Scenarios-kosten-en-baten-300x196

Scenarios-grafieken2-300x103

De gekozen maatregelen in het duurzaam meerjaren onderhoudsplan (DMOP):

DMOP-300x279

Gewoon beginnen
Dat het verduurzamen van het vastgoed en het opstellen van DMOP’s om een serieuze inspanning vraagt, zal duidelijk zijn. Vaak hebben organisaties duurzame ambities en beleid, de werkelijke verduurzaming moet vaak nog starten. Een strategisch, structurele en integrale aanpak is nodig om alle gegevens over het vastgoed (bouwjaren, onderhoudsstatus, huurcontracten, energiecijfers, toekomstig gebruik, beoogde exploitatieperiode) in beeld te brengen, én voldoende intern draagvlak te creëren. Daarbij is overleg nodig met de gebruikers, er moeten afspraken worden gemaakt over investeringen versus opbrengsten (split incentive), en de vastgoedprofessionals hebben draagvlak van collega’s nodig. Het gaat dus niet vanzelf, maar het is wel noodzakelijk om er gewoon mee te beginnen. Al doende kan men ook weer leren van de eigen ervaringen en succesfactoren.